Noordelijke netwerkdag oorlogsbronnen
Op 3 juni vond de Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen plaats in Groningen. Het onderwerp was de archeologie van de Tweede Wereldoorlog. Voor mijzelf was de positieve verstrengeling tussen verschillende disciplines en methoden echter het belangrijkste thema van de middag.
Workshop Kamparcheologie

Evert van Ginkel houdt het slotbetoog vanuit historisch perspectief
Het programma was verdeeld in twee blokken. De naam ‘Workshop Kamparcheologie’ bevreemde me in eerste instantie wat, maar dit beeld werd gelukkig snel teniet gedaan door de hoge kwaliteit van de sprekers. Martijn Eickhoff (NIOD) verzorgde de opening met een pleit voor integraal denken en handelen tussen de verschillen professies die zich bezig houden met de kampen. Hoewel ik zelf de indruk heb dat ‘elkaar de vliegen afvangen’ al minder is dan zes jaar geleden, kan ik er in mee dat dit een belangrijk punt blijft. Een integrale benadering zorgt dat archeologie kan doen waar het goed in is, zonder verward te worden met bijvoorbeeld de historische wetenschap. Juist omdat de niet-historische bronnen ons object zijn, stellen we – als het goed is – andere vragen en verkrijgen we andere resultaten en betekenissen.
In de sessie kwam de interdisciplinariteit van de kamparcheologie goed naar voren: met Eickhoff van het NIOD als de historicus die de grote lijnen en de rol van de personen uit historische bronnen pluist, de archeoloog Ivar Schute, die het materiële bewijs van de misdaad in de bodem archeologisch onderzoekt en zorg draagt voor de resten, Dorina Buda en Jordy Hindriksen (RUG) die relatie met de huidige sociale omgeving toevoegen; en Guido Abuys van Herinneringscentrum Kamp Westerbork die het geheel vervolgens behoudt en ontsluit voor het publiek. Geen van deze stappen kan worden gemist.
Archeologie van oorlog en bezetting
Bij de tweede workshop ‘Archeologie van oorlog en bezetting’ was Ruurd Kok (RAAP) de sessievoorzitter. De drie casussen die aan bod kwamen, waren die van Nick Warmerdam met zijn onderzoek naar de Atlantikwall; de Vereniging Historisch Anloo die zeer kundig een onderduikershol opgroef; en het onderzoek van oud-Lua-man en historisch geograaf Kees Timmer naar Duitse stellingen o.a. op de Wadden (Stichting Menno van Coehoorn). Uit de presentaties bleek maar weer eens opnieuw de diversiteit van het bodemerfgoed van de Tweede Wereldoorlog.
In de discussie kwam – hoe kan het ook anders – opnieuw de spanning tussen professioneel archeologen en hobbyisten ter sprake. Terecht stelde iemand van het Kazemattenmuseum Kornwerderzand dat veel initiatieven bij burgers beginnen, om pas later door de profs te worden opgepikt. Hun eigen museum is daar natuurlijk een sterk voorbeeld van. Isabel van der Velde (AWN – Stichting Reuvens) benadrukte op haar beurt het belang van de integratie tussen professie en hobby. Ik sluit ik me daar graag bij aan: burgers willen met erfgoed aan de slag en daarvoor moet ruimte zijn!
Tegelijk moeten we dan wel eerlijk blijven over wat er mis gaat als burgers die ruimte nemen. Daar kwam de discussie op uit toen de casus van de Tiger-bunker aan bod kwam. De wijze waarop de Stichting Bunkerbehoud Terschelling een Duitse radarstelling opnieuw heeft geconstrueerd ontving recentelijk in de media lof, maar meerdere archeologen in de zaal hadden bij een persoonlijk bezoek aan de site juist slechte ervaringen opgedaan. De conclusie die zij trokken was dat de bunkerclub naar alle waarschijnlijkheid onherstelbare schade heeft toegebracht aan het archeologisch erfgoed. Wat de kwestie nog lastiger maakt, is dat de gemeente Terschelling geen enkel beleid voert op het vlak van de archeologie van de Tweede Wereldoorlog. Als de gemeente zelf geen oog heeft voor de archeologische waarden, kan een bunkerclub dan nog iets verweten worden?
Al met al…
De twee sessies overziend, lijkt positieve verstrengeling tussen de wetenschappen vooralsnog dichterbij dan eenzelfde verstrengeling tussen de profs en vrijwilligers. Tijdens de borrel werd de discussie daarover nog even flink doorgevoerd. Zo flink dat bijna niemand doorhad dat het erfgoed van de Holocaust inmiddels de rol van borreltafel had aangenomen. Tja, zo blijkt maar dat ook verstrengeling van betekenissen een zaak is van aandacht en perspectief, die van moment tot moment kunnen verschillen.