Published on mei 5th, 2022 | by admin

Vliegtuigbergingen, Tweede Wereldoorlog en Archeologen

Wat is de meerwaarde van archeologisch onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog? Dat ga ik je in deze video/blog duidelijk maken.

Nederlandse archeologen houden zich nu ruim 12 jaar structureel bezig met de Tweede Wereldoorlog en conflictarcheologie. Er is in die tijd veel bereikt. Waar de grondhouding  in 2010 nog generiek sceptisch was, hebben sommige conflictarcheologen in 2022 full time banen in de monumentenzorg. Veel gemeenten hebben inmiddels een archeologische verwachtingskaart, dan wel cultuurhistorische waardenkaart voor sporen van de Tweede Wereldoorlog. Er zijn promotieonderzoeken afgerond en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verkent inmiddels ook het erfgoed van de Koude Oorlog. Een goede ontwikkeling.

Het is daarom verrassend dat tegelijkertijd op alle niveaus – van rijksambtenaar, tot veldarcheoloog –  nog steeds regelmatig hardop de vraag klinkt wat de meerwaarde is van deze archeologie, waarbij de toon soms zelfs vooringenomen is: de waarde wordt betwijfeld, of zelfs ontkend.  Hoe kan die vraag nog leven, ten overstaan van de realiteit dat het onderzoek alleen maar is toegenomen?

Mijn vermoeden is dat er bij de sceptici soms een smalle definitie leeft over de rol van een archeoloog. Archeologen zijn gewend zichzelf te definiëren als empirisch onderzoekers, die historische feiten over het verleden verzamelen. Die feiten, en de kennis die er uit voorkomt,  worden ervaren als objectief, als neutraal. Als over een periode zoals de Tweede Wereldoorlog dus al veel bekend is,  dan wordt gesuggereerd dat het minder relevant hier nog verder archeologisch onderzoek naar te doen. Dit is een vreemde redenatie, omdat het in de praktijk bijna altijd andersom is: meer kennis leidt tot meer verlangen naar onderzoek.  

Waar deze definitie echter vooral mispakt is dat de belangrijkste maatschappelijke waarde van archeologie niet verbonden is met wetenschap, maar met erfgoed. En bij erfgoed gaat het vooral over de betekenis van archeologische sporen voor de samenleving. Het verhaal, of narratief dat een archeoloog produceert op basis van onderzoek, gaat over wat de meest urgente vragen zijn in het heden. Die keuze is daarom helemaal niet neutraal, maar politiek beladen. De betekenisgeving van erfgoed vindt altijd plaats binnen een context.

Hier kom ik zo nog op terug bij het onderwerp vliegtuigbergingen. Maar eerst nogmaals: erfgoed en archeologie zijn in de samenleving onlosmakelijk met elkaar verbonden begrippen. Archeologisch onderzoek is daarom ook een culturele praktijk van betekenisgeving, die wordt belichaamd door betaalde en onbetaalde archeologen die een maatschappelijke rol vervullen: het duiden van onze relatie tot onze materiële omgeving; de consequentie van ons handelen als mens, zoals die gevonden wordt in archeologische sporen of objecten, waarmee het verleden doorschemert in het heden. En daar ligt ook een belangrijke rol juist voor die conflictarcheologie.  Erfgoed is een zaak van de samenleving, van mensen dus. De archeoloog is dus  bemiddelaar tussen het conflictueus erfgoed en die samenleving.

Wat gebeurt er nu als archeologen niet bemiddelen in het narratief van de resten van oorlog? Nee, het zijn niet de historici die dan automatisch onze rol overnemen, zij hebben een andere expertise en vaak ook een andere grondslag.  

Als archeologen niet meepraten over de betekenis van het erfgoed in en op de bodem, dan wint het dominante alternatief, of het erfgoednarratief dat de meeste ruimte krijgt, of de meeste ruimte maakt. Dat is een probleem dat we op dit moment bijvoorbeeld zien bij het bergen van vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog door Defensie.

“Defensie doet toch ook onderzoek, schrijft toch ook een rapport en houd zelfs een open dag voor het publiek. Dat is toch voldoende om het erfgoed te borgen?

Vliegtuigbergingen als casus

Het bergen van neergestorte vliegtuigen uit de periode 39-45 is in Nederland een taak die van oudsher is neergelegd bij Defensie, zeker als daar nog stoffelijke resten in te verwachten zijn. Dit is geregeld in een tijd dat vliegtuigwrakken nog geen erfgoed waren, maar anno 2022 zijn ze dat wel!  Erfgoed is een publieke zaak, dus een gemeente moet daarom zelf afwegen of een berging archeologisch begeleid moet worden.  Soms lijkt de gemeente dan te denken ‘Defensie doet toch ook onderzoek, schrijft toch ook een rapport en houd zelfs een open dag voor het publiek. Dat is toch voldoende om het erfgoed te borgen? Daar hoeft geen archeoloog bij.’

De vergissing die hier wordt gemaakt is te veronderstellen dat Defensie een neutrale rol heeft en zij het erfgoed betekenis kan geven in het belang van de samenleving. Dat is pertinent onjuist. Defensie is geen deel van de burgersamenleving -fundamenteel in ontwerp niet – maar belangrijker is dat als Defensie invloed krijgt op het narratief van erfgoed, dan zal het haar eigen belangen voorop stellen. Oftewel die eigen context waarover ik het hierboven had.

Dat betekent dat het erfgoedverhaal van een vliegtuigwrak betekenis krijgt op één van de drie volgende manieren of een combinatie daarvan.

  1. Ofwel het wordt militair historisch verhaal, wat betekent dat een militair perspectief centraal staat. Meestal is dat iets van wie deed wat op welk moment en wat was het effect daarvan op de uitkomst van de strijd.
  2. Of het wordt een verhaal van wat ik maar technische fascinatie zal noemen. Bijvoorbeeld liefde voor het vliegtuigtype in kwestie, of de technische werking en organisatie van de Duitse luchtverdediging, of de historisch correcte terminologie van vestingwerken. Is het een escarpe, of een contrescarp?
  3. Of, als laatste en belangrijkste, het onderzoek van Defensie wordt een verhaal van eerbetoon aan de gevallen. Natuurlijk is eerbetoon enerzijds nobel, maar anderzijds is het eren van de gevallenen een narratief dat heel specifiek noodzakelijk binnen Defensiecultuur is om het offer dat militairen brengen te rechtvaardigen, of normaliseren. Dat dit voor hedendaagse militairen uiteraard van groot belang is, dat is evident, maar verplaatst naar de samenleving is dat minder duidelijk. Dan zou je het ook heldenverering kunnen noemen, of een politiek geladen narratief dat de grondslag voor het bestaan van Defensie helpt bestendigen.

Het is hier niet over de vraag of deze perspectieven legitiem zijn, want in hun eigen context zijn ze dat. Als mensen deze kritiek van mij horen, denken ze vaak dat ik principieel tegen het onderhouden van een leger ben, maar dat is niet het geval. Het probleem is deze drie perspectieven zijn de enige perspectieven die Defensie zal aandragen bij het bergen van een vliegtuig of gevallen en dat het dan te smalle kaders, die in de weg staan het erfgoed van de oorlog in de volle breedte te duiden. Cru gezegd, als er geen archeoloog naast staat bij een berging, dan wordt het ideologisch gezien een militair feestje met een militaire uitkomst. Het ethisch dilemma waarop een erfgoeddeskundige,  dus ook een archeoloog, antwoord te geven heeft is de vraag welke van de vele betekenissen die conflicterfgoed kan hebben het meest urgent is voor de samenleving.

Op dit moment zien we dagelijks de vreselijke beelden voorbij komen van de oorlog in Oekraïne. Er is niet informatie uit Oekraïne voor nodig, om in te zien dat militair historisch narratief, technische fascinatie voor Russische tanks, of respect naar de gevallenen niet voldoende is om de werkelijke impact van oorlog op een samenleving te duiden. Hier heeft de conflictarcheoloog de taak om een overstijgend perspectief aan te dragen, dat de impact en verschrikking van oorlog vanuit landschap, materie en de sporen van menselijkheid en ontmenselijking in een diepere  betekenis laat zien.

Of dit in wetenschappelijke zin ‘nieuwe historische kennis’ oplevert, is niet eens relevant. Wat relevant is, is dat een conflictarcheoloog vanuit grondsporen en materie betekenis geeft aan iets dat niet te bevatten is, in het belang van de samenleving, of zelfs de mensheid. Dat is de meerwaarde van de conflictarcheologie


About the Author



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑
  • Missie

    Erfgoed als bron van inspiratie en archeologie als een wetenschap die niet langs de kant van de weg blijft toekijken bij de problemen in de wereld, maar bijdraagt aan verbinding... Meer weten over mijn visie en missie? Lees dan hier verder.

  • Testimonial

    "Ik heb Jobbe leren kennen als bij uitstek een creatieve vernieuwer in de archeologie van de Tweede Wereldoorlog. Ook op andere onderwerpen is Jobbe bij RAAP steeds grensverleggend bezig geweest. Ik heb Jobbe verder meegemaakt als een zeer gedreven medewerker, die het vooral belangrijk vindt dat zijn werk in er toe doet."

    Marten Verbruggen, directeur RAAP Archeologisch Adviesbureau.

  • © Jobbe Wijnen