Published on juli 6th, 2022 | by admin
0Gaat Wageningen haar koloniale verleden (nu wel) onderzoeken?
Hooggeacht college van Burgemeester en Wethouders,
Vrijdag jl., op 1 juli 2022, vond de eerste, vanuit de gemeente gefaciliteerde Keti Koti herdenking plaats ter herinnering aan de afschaffing van de slavernij in 1863/1873. Een goed initiatief en – zoals ook werd erkend in de toespraak van onze burgemeester – de eerste van wat een nieuwe traditie zal worden in onze stad. Lof is hiervoor op zijn plaats! Veel van de mensen die ik sprak waren positief verrast!
Dit initiatief brengt mij er toe een ander voorstel bij u in herinnering te brengen. Vorig jaar, op 17 maart 2021, vroeg ik het college van B en W schriftelijk om stappen te nemen ten aanzien van het koloniale verleden. Concreet vroeg ik u in navolging van steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Arnhem een onderzoek te starten naar de rol van Wageningen in het koloniale en slavernijverleden en in kaart te brengen welke sporen hier nog van aanwezig zijn in de stad. Daarnaast vroeg ik de wenselijkheid van een Wagenings excuus te verkennen.
Formeel heb ik nog geen antwoord mogen ontvangen en ik wil u daarom verzoeken deze vragen alsnog te beantwoorden.
Als we niet bereid zijn diepgaand naar ons aandeel in die geschiedenis te kijken, wat betekent een Wageningse viering van Keti Koti dan?
Artikel in HVOW Magazine
Ter informatie overleg ik u ook graag een artikel (zie onder) uit het laatste magazine van de Historische Vereniging Oud Wageningen, waarin vier onderzoekers [Emmanuel Adu Ampong, Else Gootjes, Harro Maat en ondergetekende] betogen dat ook in Wageningen verder onderzoek onvermijdelijk is. De kern is dat eerder onderzoek al heeft laten zien dát de koloniale relatie in Wageningen bestaat zowel bij de WUR als vermoedelijk ook bij de gemeente, en dat hier nog sporen van te vinden zijn. Daarnaast maakt één van de auteurs het mijn inziens sterke punt dat in onze stad vele nazaten van slaafgemaakten aanwezig zijn als bewoner, maar ook als bezoeker van de WUR en het AZC. In tegenstelling tot in de 17e tot en met 19e eeuw, zijn de gemeenschappen van kolonisator en (voormalig) slaafgemaakten niet duizenden kilometers van elkaar gescheiden, maar heden tegelijk in de samenleving aanwezig.
Hoe kunnen wij ons een gastvrije internationale stad noemen voor al onze bewoners en bezoekers, als we niet bereid zijn diepgaand naar ons aandeel in die geschiedenis te kijken? Wat betekent een Wageningse viering van Keti Koti dan nog? Dat eigen aandeel is binnen onze gemeenschap relevant, ook als er een nationaal excuus komt. Kortom, diepgaand onderzoek en maatschappelijke dialoog blijven aan de orde.
Ik zie uit naar uw reactie.
Met hartelijke groet,
Jobbe Wijnen
Erfgoedadviseur en contemporain archeoloog
Lid Historische Vereniging Oud Wageningen (op eigen titel)