“Dat zijn de flessen van mijn vader!”
Het is april 2011: ”Nee, daar doen we niks mee.” zegt mijn collega. Mijn vinger bleef nog even wat teleurgesteld wijzen in de richting van de berg glas, wat verderop. Naast de afrit van de A12 bij Maarn waren we die dag een pro-actieve begeleiding van de verbreding van de snelweg aan het uitvoeren. Langs de afrit hadden grondwerkers op enkele meters afstand van onze proefsleuf een gat gegraven en geen zandgrond aangetroffen op de plek waar een kabellas moest komen. Wél honderden, zo niet duizenden gebroken flessen, als één dik pakket op elkaar gepakt. ”Ik mag er toch wel een puntje in zetten met de robotic?” Dat mocht van de senior, maar alleen als ik het buiten de vondstnummers hield.
Nadere bestudering maakte duidelijk dat bijna het hele pakket glas bestond uit slechts een type fles: Dikke Coca-cola flessen, van een ouderwets soort van 1 liter met ingebrand wit etiket. De doppen verraadden dat de flessen vol waren toen ze braken, want het aluminium verzegeling van de ”ALUBAR” dop was nog niet gebroken. ”Zijerveld”s limonade industrie NV Alphen aan de Rijn” stond er op de zijkant. En ”Gebotteld met toestemming van de Coca Cola Company” . Had Theo Maassen daar niet een grap over?
Intrigerend was de vraag hoe de flessen hier kwamen. Ergens in de jaren ’60 moet het zijn geweest want ingebrande etiketten stammen meestal uit die periode. Toen moet een vrachtwagen van Zijerveld, vol met cola hier bij Maarn van de weg zijn geraakt. Het moet een zee van cola zijn geweest. Dat beeld alleen al…. Hopelijk was er geen persoonlijk letsel. Een deel van het glas is nooit opgeruimd en gewoon begraven in de berm, misschien wel in de greppel geschoven. Nu komt nu toevallig weer boven.Ik leg de coördinaten snel vast met de robotic, een soort gedigitaliseerde meetlat en tekenpen in een. ”Er kunnen toch wel twee zinnen over in het rapport?” roep ik nog naar mijn collega”s….”als ik ze nou zelf schrijf?
Honderden kratten schoven over het wegdek, duizenden flessen braken en even stond de sloot vol met bubbelende priklimonade.
Het is 6 maanden later, oktober 2011. Glunderend kijkt Hugo me aan: “Hier zat ik regelmatig met hem. Hij kwam hier vaak op zijn ritten voor Zijerveld’s, toen hij nog reed met de grote DAF. Die DAF was de grootste truck van Nederland indertijd en de trots van de fabriek!” De afgelopen 6 maanden heeft een bijzondere kennismaking plaatsgevonden, die na verschillende emails nu hier eindigd in restaurant ”La Place” in Maarsbergen. Voor Hugo een bijzondere aangelegenheid.
Veertig jaar eerder reed Hugo”s vader, ook Hugo geheten, wekelijks langs deze plek als chauffeur voor Zijerveld”s Limonade Industrie N.V. Alphen aan de Rijn, ”s lands eerste fabriek met een licentie voor het bottelen van Coca-Cola. Een pitstop bij het motel was vaste prik. Op een dag -vermoedelijk in 1972- ging het mis. Bij de afrit Maarn, een paar kilometer westelijker, raakt de grote truck met oplegger in een schaar en vloog van de weg.
Honderden kratten schoven over het wegdek, duizenden flessen braken en even stond de sloot vol met bubbelende priklimonade. Hugo sr kwam met de schrik vrij, maar moest beduusd toekijken hoe de plaatselijke bevolking toestroomde om zich aan het ongeval te vergapen en er vervolgens vandoor te gaan met alle niet gebroken flessen.
Voor Hugo junior was het verhaal van het ongeluk een familiegeschiedenis die hij goed kende. Het was iets waar hij waar hij altijd aan dacht als hij voorbij Maarn kwam, zeker sinds zijn vader in 2009 is overleden. Veel gevolg had hij er nooit aan gegeven tot hij in een nostalgische bui vorige maand met Google op zoek ging naar foto”s van de Limonade Industrie in Alphen en van zijn stoel viel van verbazing.
Het is precies zes maanden eerder dat ikzelf hier ook langs de A12 stond te praten met de kabeltrekkers, die het maar wat hilarisch vonden dat ik zo blij werd van die smerige hoop glas. Zo blij, dat die twee zinnen in het rapport me niet genoeg waren. De vondst viel buiten de scope van ons onderzoek, maar het leek mij leuk om toch op een of andere manier iets te doen met dit gegeven. Om meer te weten te komen over de producent nam ik contact op met waarschijnlijk de enige grootkenner van de Nederlandse frisdranksgeschiedenis, de heer Peter Zwaal. Ook leek het me aardig een wikipedia pagina aan te maken, omdat over Zijerveld”s verder nog niets te vinden was op het web. “Zo kan onderzoek naar een aardige contemporaine vondst wellicht nog nuttig zijn voor de maatschappij” zo was mijn gedachte, en als experiment nam ik ook de vondst van de flessen op in de tekst.Het was precies die wiki die Hugo een half jaar later van zijn stoel deed vallen toen hij in een nostalgische bui wat zat te googlen: “Dat zijn de flessen van mijn vader!” Nooit had hij gedacht dat een random zoektocht naar wat foto”s deze directe link met zijn wortels had kunnen opleveren. Drie dagen lang was hij er naar eigen zeggen euforisch van.
Uiteraard spoorde hij daarna mij persoonlijk op, wat ons hier nu samen bracht in het Motel Maarsbergen en dat is waar we ons nu bevinden.
“”Laat die truck maar staan en kom maar gauw naar huis. Dat jij niks hebt is het belangrijkst” schijnt Zijerveld, directeur van de fabriek, na het ongeluk gezegd te hebben aan de telefoon.” vertelt Hugo me. “Dat was een prima baas en mijn vader had een goede relatie met hem. In het weekend ging hij nog wel eens de sportwagen van Zijerveld in de wax zetten en mocht hem daarna dan droogrijden. Andere tijden, toch? Dat je de auto van je baas ging poetsen… Van het ongeluk zelf heb ik overigens in eerste instantie niks bewust mee gekregen, want ik was vijf en woonde toen bij mijn moeder. Maar in de familie is het verhaal goed bekend en mijn vader heeft me er vaak over verteld toen ik hem weer vaker zag en we wat gingen drinken in dit motel.Hij was hier een graag geziene gast en had voor de moteleigenaar karpers uitgezet in de vijver aan de overkant van de weg. Die bracht hij zelf mee in een emmertje in zijn truck en later zijn we er nog op gaan vissen. De DAF truck was mijn vaders trots! Enorm voor die tijd, dat ding, er is zelfs een krantenartikel over verschenen (zie fotos). Vóór die dag in 72 had mijn vader nog nooit een ongeluk gehad en daarna ook niet meer. Helaas is hij net te vroeg overleden, maar dat ik nu hier met jou zit had hij zeker prachtig gevonden!”
Na de koffie gaan Hugo en ik op pad. Want nu wil hij het natuurlijk zelf aanschouwen en dus nemen we de binnendoorweg naar Maarn. “Ongelooflijk, dat ze er echt nog liggen, na 40 jaar…dat dat niet werd opgeruimd in die tijd” zegt Hugo als we uitstappen op de locatie. “Jawel, het werd wel opgeruimd” spreek ik hem tegen met een grijns ””het is toch netjes in de sloot geschoven?” We moeten een stukje lopen en onderweg wordt Hugo steeds stiller. “Ongelooflijk” mompelt hij een paar keer…en dan hardop “Dit had de ouwe echt heel leuk gevonden!” Dan zijn we waar we wezen moeten. Even moet ik zelf slikken, de grote berg glas die er destijds lag is namelijk weg,het zal toch niet …. maar mijn angst blijkt overbodig als Hugo ineens bukt: “Het ligt er echt!” We beginnen druk te graven en rapen en overal duiken de kenmerkende stukken dik glas met ingebrand ettiket op uit de modder. Na enig zoeken vinden we ook enkele doppen, waarop het merk Zijerveld in rode inkt is afgedrukt. Hugo stopt alles in een doosje als ware het reliquien. “Ongelooflijk” mijmert hij nog een paar keer en weet niet van stoppen, ondanks dat we al enige tijd in de stromende regen staan, “Hiermee ga ik echt de hele familie van scherven voorzien. Ha, had je je rommel niet effe kunnen opruimen, Ouwe!” roept hij ineens luidkeels met een grijns.
Dan is het klaar. Het doosje is vol. “Echt heel bijzonder …” beaamd Hugo nog een keer of drie op weg terug naar de auto. Voor mij is het bijna ongemakkelijk dat iets wat uit aardigheid, half als grappig experiment is geboren nu zo”n impact heeft op een ander die ik niet ken. Wat wij als archeologen moesten laten liggen omdat het buiten de scope valt van ons reguliere onderzoek, is voor Hugo een hervinden van zijn wortels en van zijn vader. Nog weken later krijg ik af en toe bericht van Hugo en van familie over de vondst van hun opa, vader of oom in de berm van de A12.